Een koetshuis is een gebouw dat gebruikt werd, of wordt, voor het stallen van paarden en koetsen. Koetshuizen zijn vaak op zo’n manier gebouwd, dat het mogelijk is om paarden en koetsen gescheiden van elkaar te stallen. Veel koetshuizen zijn gebouwd in de periode van 1945 tot 1990. In deze periode is veel asbest verwerkt in bouwmateriaal. Het kan daarom voorkomen dat er asbest in een koetshuis aanwezig is.

Het asbest kan zich op verschillende plekken in een koetshuis bevinden. Meestal zit het verwerkt in cement, maar ook vaak in golfplaten waarvan het dak gemaakt is. Asbest is in deze materialen verwerkt, omdat de stof dit materiaal sterker maakt. Ook zorgt asbest ervoor dat materiaal brandbestendiger wordt. Daarnaast heeft asbest een isolerende functie. Het zorgt ervoor dat gebouwen beter geïsoleerd worden.

In deze gevallen zal het vrijwel altijd om hechtgebonden asbest gaan. Dit is een manier waarop het asbest is toegepast. Bij hechtgebonden asbest zitten de asbestvezels vast in een ander materiaal, waardoor ze niet vrij kunnen bewegen. Hierdoor komen ze niet in contact met de lucht die ingeademd wordt door mensen en dieren. Deze vorm van asbest hoeft daarom niet direct gevaarlijk te zijn.

Omdat asbesthoudend materiaal vaak oud is, is de kans aanwezig dat het materiaal aangetast is door de jaren heen. Als asbesthoudend materiaal beschadigt, kunnen er vezels vrijkomen. Nu kan het asbest wel schade aanrichten. Daarom moet er een plan gemaakt worden, dat ervoor zorgt dat er geen mensen worden blootgesteld aan asbest bij de sloop van een koetshuis. In het plan staan maatregelen die genomen moeten worden om dit te bereiken.